woensdag 26 juni 2013

Recap

De boeken die ik dit jaar heb gelezen waren heel fascinerend voor mij! Ik ben normaliter geen grote fan van Nederlandse literatuur maar de titels die ik heb gelezen waren wel heel leuk, zeker in vergelijking met voorgaande jaren. Het was veel geschiedenis, en het ging over aangrijpende thema's, zoals oorlogen en rampen.

Het is nogal moeilijk mijn boeiendste titel te kiezen, maar ik denk dat ik voor De Verdronkene ga. Het onderwerp vind ik heel spannend en intrigerend. De watersnoodramp was heel verschrikkelijk en het staat ook best dicht bij mij, want mijn opa heeft het meegemaakt. Ook is het natuurlijk iets wat heel belangrijk is geweest voor Nederland. Een eye-opener, dat we voorzichtiger moeten zijn met het water. De angst voor een overstroming heerst tegenwoordig nog steeds. Het is dus iets wat elke Nederlander aangaat.

Ik vond het verhaal zelf ook heel mooi. Ik hou van overlappende en kruisende verhaallijnen, het houdt het toch heel spannend. Het is interessant als verhaallijnen elkaar kruisen. In De Verdronkene vond ik het heel spannend om te lezen over Armanda's leven na de dood van Lidy, hoe zij als het ware haar rol overnam in de familie. Zij trouwde ook met de man van Lidy, en kreeg bijna haar leven geschonken. Je leest hoe ze er veel moeite mee heeft, want het was natuurlijk haar zus! Ik kwam snel door dit boek heen en heb er zeker geen spijt van dat ik het heb gelezen.

Het waren allemaal zeer leuke boeken, ben tevreden met mijn lijst van dit jaar!

Bezonken Rood van Jeroen Brouwers

Het vierde boek is Bezonken Rood. Dit boek had is gelezen voor geschiedenis, want het sloot goed aan bij het onderwerp dat wij toen behandelden. Ik heb dit boek dus ook gekozen voor Nederlands.

Het boek is geschreven door Jeroen Brouwers, waarover hier meer te vinden is.


Allereerst wil ik melden dat ik dit een moeilijk boek vond om te lezen. De schrijfstijl is er een die ik niet vaak eerder heb gezien en die ik nogal lastig vind om te begrijpen. Brouwers beschrijft veel dingen op een symbolische manier die ik niet altijd begreep. Ook maakt hij ellenlange zinnen waardoor je af en toe in de war raakt.

Aan het einde van het verhaal lezen we over Brouwers die alleen door een bos loopt. Verschillende gedachtes gaan door zijn hoofd. Terwijl hij naar huis rijdt, daar aankomt en binnenshuis is, blijft hij doorpraten over wat er in zijn hoofd afspeelt.

Dit verhaal heeft zeer veel kritiek gekregen. Mensen beweren dat Brouwers veel gebeurtenissen heeft opgeblazen, en ook dingen heeft verzonnen. Het was allemaal niet zo rampzalig en verschrikkelijk als hij het af heeft gebeeld. Daarom heb ik besloten het einde zo te veranderen, dat Brouwers ontdekt dat hij als het ware "gek in zijn hoofd" is, en dat veel van wat hij heeft verteld onzin is.

"Later begon het te waaien, en ontstonden er waterdruppels tegen de buitenkant van het raam, die langzaam over het glas begonnen te schuiven, zodat er tussen mij en mijn andere ik een webachtig traliemotief ontstond en ik mijn gezicht in de mist in vloeibaarheid zag ontbinden." (dit is het einde, hier ga ik door)

Die andere ik, wie was dat? Hij leek uiteraard verdomd veel op mij, maar toch voelde het als een ander persoon. Iemand met hetzelfde uiterlijk als ik, maar een ander verleden en een ander innerlijk.
Ik kreeg plots een licht gevoel in mijn hoofd, en een naar gevoel in mijn maag. Ik keek verbaasd naar mijn handen, naar mijn voeten, en weer terug naar het raam. Ik zag die persoon niet meer. Alleen nog maar de druppels die naar beneden dwaalden.
Ik zonk diep in mijn gedachten. Flashbacks kreeg ik, beelden van vroeger. Ik werd er een beetje duizelig van, en een hoofdpijn leek op komst. Wat was er aan de hand?
Nieuwe beelden raasden door mijn hoofd. Nieuw, omdat ik ze nooit eerder had gezien. Mooie beelden waren het, lieve en rustige beelden. Geen bloed, geen angst, geen pijn. Mijn hele lichaam leek te ontspannen en ik voelde me gelukkig.

Ik heb een lange tijd in mijn stoel gezeten en nagedacht over het verleden. Over mijn moeder, over Liza en over de kampen. Enorme twijfels waren mijn hoofd binnen gekropen en ik wist uiteindelijk wie ik echt was. Wat is had meegemaakt, wat er was gebeurd. Wat mijn fantasie was geweest en wat de werkelijkheid was. Ik voelde me een ander persoon. Maar niet een onbekend persoon, ik was die andere ik.

Toen ik onder de dekens was gekropen duurde het mij uren om mijn ogen te sluiten. Deze avond had mijn ogen geopend.

De Donkere Kamer van Damokles van Willem Frederik Hermans

Mijn boek voor de derde periode is De Donkere Kamer van Damokles. Dit boek kregen wij toen Piet Calis bij ons op school langskwam om ons het een en ander te vertellen. Hij heeft ons veel verteld over dit boek, en aangezien wij dit gratis mee naar huis mochten meenemen, besloot ik het te lezen voor Nederlands.

De schrijver van het boek is Willem Frederik Hermans. Meer informatie over deze man vind je hier.



Een link naar een goede samenvatting van het boek vind je hier.
En hier en hier vind je recensies over dit boek.

Eerst ga ik me vooral richten op de centrale personages uit het boek.

Henri Osewoudt:
Henri Osewoudt is de zoon van een sigarenwinkelier uit Voorschoten. Als hij nog heel jong is, vermoordt zijn moeder zijn vader. Zijn moeder wordt in een inrichting geplaatst en Henri moet bij zijn oom Bart Nauta in Amsterdam gaan wonen. Dit heeft een ongelooflijke impact gehad op de jonge Henri. Misschien is dit, buiten de psychische erfenis van zijn moeder, de reden waarom hij zich Dorbeck misschien wel verbeeld heeft. Op de middelbare school heeft hij geen vrienden, het lijkt zelfs alsof hij in zijn eigen wereld leeft en zich isoleert van de rest. In deze periode van zijn leven ontdekt hij wat seks is en hij bedrijft dan ook regelmatig de liefde met zijn 7 jaar oudere nicht Ria, met wie hij later trouwt.

Hij is lelijk, smal en klein, heeft de stem van een vrouw en geen baardgroei. Als kind deed hij aan judo om te bewijzen dat hij toch wel stoer was, hierdoor zijn zijn voeten vergroeid.Henri Osewoudt wordt afgekeurd voor de militaire dienst, zijn dubbelganger Dorbeck, die precies even lang is, is wel goedgekeurd voor de militaire dienst.

Osewoudt kijkt heel erg op tegen deze Dorbeck, hij ziet hem als het gelukte exemplaar van de twee. Hij heeft echter nooit geweten dat hij het mislukte exemplaar was totdat hij Dorbeck ontmoette, toen realiseerde hij zich dit pas.Tijdens zijn rol als verzetsheld gebruikt hij 2 andere namen, Filip van Druten en Melgers.

In diezelfde periode krijgt hij een relatie met Marianne Sondaar, een ondergedoken Joodse studente die eigenlijk Mirjam Zettenbaum heet. Zij krijgt een kind van hem, dat overlijdt.

Op het einde van het boek gebruikt Osewoudt de schuilnaam Clara Boeken, dit omdat hij dan verkleed is als een verpleegster, een vrouw dus.

Op het einde van het boek overlijdt Henri Osewoudt doordat hij wordt doodgeschoten omdat hij uit zijn gevangenschap probeert te vluchten.
Dorbeck:
Dorbeck is een man die als twee druppels water op Osewoudt lijkt, alleen heeft Dorbeck zwart haar, een baard en is hij goedgekeurd voor de militaire dienst. Hij is de man die alles wist en Osewoudt zijn opdrachten gaf. Hij is onvindbaar aan het einde van de oorlog, het vinden van Dorbeck is echter heel belangrijk voor Osewoudt, omdat dit zijn leven zal redden. Osewoudt en Dorbeck worden constant voor elkaar aangezien, dit zorgt voor verassingen in het nadeel van Osewoudt.


Ria Osewoudt – Nauta:
Ria is de vrouw en tevens een volle nicht van Henri Osewoudt, ze is de dochter van Bart Nauta. Ze is 7 jaar ouder dan Osewoudt. Ze is lelijk en Osewoudt denkt dat ze met hem getrouwd is omdat ze niemand anders kon krijgen.


Bart Nauta:
Bart Nauta is de oom van Henri Osewoudt, hij neemt hem in huis als zijn vader dood is en zijn moeder in een inrichting zit. Hij is socialist en komt hier ook voor uit. Hij laat onder andere Elly Sprenkelbach Meijer een nacht bij hem logeren. Als Osewoudt vast zit, probeert hij van Bart Nauta een verklaring te krijgen dat hij Elly Sprenkelbach Meijer in huis heeft gehad, deze verklaring is echter zo vaag, dat de Nederlanders hem niet geloven.


Elly Sprenkelbach Meijer:
Op een zekere dag krijg Osewoudt een telefoontje van ene Elly Sprenkelback Meijer, hij moet haar ontmoeten bij het eindpunt van de gele tram in Voorburg. Ze identificeert zich met een van de foto’s die Osewoudt ontwikkeld heeft voor Dorbeck. Elly is overgekomen uit Engeland en heeft dringend onderdak nodig, Osewoudt brengt haar naar oom Bart, deze zet haar na een nacht uit huis omdat hij denkt dat dit het nieuwe liefje van Osewoudt is en dat kan hij niet maken tegenover zijn dochter. Als hij dan ook nog erachter komt dat ze geen geldig persoonsbewijs heeft, zet hij haar de deur uit. Vanaf dat moment verneemt Osewoudt niets meer van haar, later hoort hij dat ze is opgepakt door de Duitsers.


Marianne Sondaar/Mirjam Zettenbaum:
Marianne is een Joodse studente die ondergedoken is. Ze gebruikt de schuilnaam Marianne Sondaar om te verbergen dat ze Joods is. Zij is degene door wie Osewoudts haren zwart worden geverfd. Later worden ze verliefd op elkaar, Marianne krijgt zelfs een kind van hem, dat dood geboren wordt. Ook zij kan Osewoudt niet helpen met het bewijzen van zijn onschuld, aangezien zij in een Kibboets in Israël zit.


Hauptsturmführer Ebernuss:
Wanneer Osewoudt in handen van de Duitsers valt heeft, komt hij in aanraking met Ebernuss. Ebernuss heeft door dat de Duitsers de oorlog aan het verliezen zijn, daarom probeert hij vrienden te worden met Osewoudt, hij besluit zich aan te sluiten bij het verzet. Als ze bij de verzetsmensen aankomen is Dorbeck daar en hij vertrouwt Ebernuss niet.
Ze besluiten Ebernuss te vergiftigen, Osewoudt vergiftigt hem en daarna vertrekken ze uit het huis.


Bij welke literaire stroming(en) hoort dit boek?

Existentialisme. Je ziet dit erg terug in de onwetendheid van de hoofdpersoon. Osewoudt heeft geen idee wie Dorbeck eigenlijk is, en als hij in de cel zit snapt hij ook echt niet waarom. Verder heeft hij geen idee waarom hij bepaalde opdrachten uitvoert (zoals het liquideren van bepaalde mensen) maar doet hij het maar gewoon omdat Dorbeck het hem vraagt om te doen. Verder zie je het terug in het individualisme. Osewoudt staat er in principe alleen voor. Niemand die hem komt helpen als hij in de penarie zit. Hij krijgt wel hulp bij opdrachten, maar verder moet hij alles zelf doen en oplossen. Hij krijgt ook steeds nieuwe mensen om zich heen, maar blijft niet hangen bij de vorige. Verder is Osewoudt enkel een som van de dingen die hij heeft gedaan. Osewoudt heeft het gevoel dat hij iets moet doen in de oorlog om te bewijzen dat hij ook iets kan en ook iets betekend. Zijn ontbrekende baardgroei doet hem onvolledig voelen, en daar wil hij iets aan doen. Door te bewijzen dat hij wel iets betekend, vindt hij dat hij ook een echte man is. Dat staat in lijn met het existentialisme, want dat zegt dat je enkel een som van je daden bent.

Ten slotte.
Ik vind dat dit boek nog gelezen moet worden, omdat we de Tweede Wereldoorlog nooit moeten vergeten. Iedereen leert hierover in school, maar lang niet alles. Er is zoveel nog te ontdekken over de oorlog, zoveel intrigerende aspecten waar wij nog niks vanaf weten. Het is belangrijk om hierover te weten, want je kunt ervan leren. Het verleden mag niet vergeten worden. Er wordt vaak gezegd:

"Het verleden is de sleutel naar de toekomst."

De Verdronkene van Margriet de Moor

Mijn boek voor de tweede periode is De Verdronkene. Weer hetzelfde verhaal voor periode 1, dit boek hadden wij in de boekenkast thuis liggen.

Dit boek is geschreven door Margriet de Moor. Hier is meer informatie over haar te vinden.


Een aantal gegevens van De Verdronkene.
Uitgever: De Bezige Bij
Jaar van uitgave: 2005
Aantal pagina's: 302
Er zijn verschillende drukken geweest uiteraard, maar op de mijne staan twee meisjes afgebeeld in witte jurken, liggend in het gras. Ik denk dat dit de twee zussen Lidy en Armanda moet voorstellen, die belangrijke rollen spelen in het boek.

Een recensie over het boek vind je hier.

Mijn mening over het boek:
Ik vond het een heel spannend boek. Het onderwerp staat me heel erg aan, de watersnoodramp in Zeeland. Mijn opa was hier bij betrokken dus ik had er al veel over gehoord. Ik vind het een zeer interessant boek en heb er veel van genoten.

Voor de opdracht moet ik drie belangrijke zaken noemen uit het boek. Het boek is als het ware opgesplitst in verschillende verhaallijnen, en die ga ik alledrie noemen, en vervolgens leg ik 1 daarvan nader uit.

- De watersnoodramp
- Armanda na de watersnoodramp
- Responsorium

Het deel dat ik nu nader ga uitleggen is Armanda na de watersnoodramp.

De 21-jarige Armanda gaat met haar zwager Sjoerd naar het feest van haar beste vriendin Betsy Blaauw. Op het feest danst ze met Sjoerd en ze merkt dat ze zich lichamelijk tot elkaar aangetrokken voelen. Ze gaan samen van het feest weg, maar ze kan zich beheersen en ze gaat naar haar eigen bed bij haar ouders. De volgende dag komt Sjoerd wel ontbijten en hij heeft geen contact kunnen krijgen met Lidy, omdat de telefoonlijnen niet werken. Er is sprake van een informatiekloof (er is nog geen televisie ) Enkele dagen later gaat Sjoerd zelf naar Schouwen-Duiveland, maar hij vindt geen spoor van Lidy. Wel ziet hij veel lijken van mensen die begraven worden, soms zonder dat men weet wie het is. In de maanden erna zoekt Sjoerd wel troost bij Armanda, maar er is geen sprake van lichamelijke intimiteit. Er wordt een wet afgekondigd, waarbij het mogelijk wordt dat een vermiste na ongeveer anderhalf jaar dood wordt verklaard. Betsy, Sjoerd en Armanda organiseren in juni 1954 een rouwdienst, maar er is geen kist en geen lichaam aanwezig. Armanda voelt wel veel voor Sjoerd; ze wordt min of meer gedwongen de positie van haar zus in te nemen, waarschijnlijk om weer harmonie en rust te creëren in de familie.

Het komt in mei 1955 dan ook tot een huwelijk tussen Sjoerd en Armanda. Voor het eerst hebben ze seksueel contact, want Armanda is als maagd het huwelijk in gegaan. Hoewel ze toen ze vrijgezel was hevig lichamelijk naar Sjoerd verlangde, is het nu allemaal heel anders. Ze heeft een vreemd gevoel, omdat ze zich in alles de plaatsvervangster van haar zus voelt. Alles in het huis doet denken aan Lidy. Ze heeft zich bij de bruiloft ook verschrikkelijk geërgerd aan een oom die hoewel goedbedoeld een minuut stilte had gevraagd om Lidy te herdenken. Betsy heeft op die bruiloft een jonge oom van Armanda ontmoet en enige tijd later trouwen die ook met elkaar. Armanda voedt Nadja op als haar eigen kind, maar het meisje is niet erg gemakkelijk voor haar. Sjoerd maakt maatschappelijk carrière en ze krijgen twee kinderen: een meisje Violet en een jongen Allen. Dan ook is Armanda het zat om in het huis van Lidy te blijven wonen, want alles doet haar aan Lidy denken. Ook dit wordt in het deel “Familieroman” beschreven. Armanda voelt ze zich als een vreemde in de vertrouwde omgeving: ze is daarmee precies de tegenpool van haar zusje Lidy die zich zo vertrouwd voelt in de nieuwe omgeving.

De Aanslag van Harry Mülisch

Als boek voor de eerste periode heb ik De Aanslag gekozen. Het is een bekend boek en wij hadden het thuis dus besloot ik daar maar voor te gaan. In deze blogpost zal ik mijn boekverslag plaatsen!

De schrijver van dit boek is Harry Mülisch, waarover je hier meer kunt lezen. Hier een foto.



Een samenvatting naar het boek vind je hier. (ik vond het lastig een grote samenvatting te vinden die NIET van scholieren.com of iets dergelijks kwam, en omdat ik die site nogal belachelijk vind heb ik voor een kleinere gekozen die hopelijk voldoende is)

Een recensie die ik van dit boek heb gelezen vind je hier.

Nu ga ik het plot beschrijven.

Het verhaal gaat over de bewoners van vier huizen in Haarlem tijdens de tweede wereldoorlog en wordt verteld over een periode van 37 jaar. De huizen heten Welgelegen, Buitenrust, Nooitgedacht en Rustenburg. In Welgelegen woont Beurner met zijn vrouw. Beurner is gepensioneerd. In Buitenrust woont Anton, de hoofpersoon. In Nooitgedacht, het huis ernaast woont Meneer Korteweg. Voor de oorlog was hij stuurman op de grote vaart, maar door de oorlog is hij tot nietsdoen gedwongen. De bewoners van de huizen gaan niet veel met elkaar om, maar de familie Aarts van het laatste huis Rustenburg sluit zich het meeste af. De vier huizen waren het begin van een nieuwe wijk maar door de oorlog is het daar nooit meer van gekomen. Anton, de hoofdpersoon is 17 jaar, doordat hij was beginnen met groeien en omdat er steeds minder eten was wordt hij ook beschreven als bestaande uit vurenhoute latten. Aan het begin van het boek wordt er na spertijd buiten iemand doodgeschoten, het blijkt de vader van een jongen uit zijn klas te zijn. Een berucht verrader. De familie wordt ervan beschuldigd en wordt naar buiten gevoerd, waar Anton wordt weggenomen van zijn ouders. Hij ziet hoe hun huis wordt vernield en in de brand wordt gestoken. Zijn ouders worden later doodgeschoten. Anton wordt opkgesloten en na een tijd weer vrijgelaten waarna hij bij een oom en tante gaat wonen. Een aantal jaar later besluit Anton terug te gaan naar Haarlem, hij bezoekt een feest maar dat valt erg tegen omdat er kwetsende opmerkingen worden gemaakt over de oorlog die Anton droevig maken. Hij realiseerd zich voor het eerst dat hij echt bang is voor het verleden en besluit nooit meer terug te komen. Een aantal jaar verder wordt het hoofdkantoor van de Communistische Partij Nederland door relschoppers bestorm, Anton woont hier vlakbij en wordt er dus mee geconfronteerd. Een van de relschoppers is ze zoon van de man die toen was overleden, de relschopper, de klasgenoot van Anton. Anton vraagt of hij mee naar binnen komt en ze krijgen ruzie over het verleden. Later, tijdens de Vietnam oorlog is Anton getrouwd met Saskia en heeft hij een dochter. Anton heeft last van depressies en migraine, als hij later van haar scheid en samen gaat wonen met Liesbeth met wie hij ook een zoon krijgt wordt dit minder. Ook gaat hij een keer naar de tandarts voor zijn hevige kiespijn. Zij wil hem alleen maar helpen als hij mee help met demonstreren tegen kernwapens. Als hij dit doet komt hij zijn buurmeisje van vroeger tegen, zij verteld Anton dat ze niks konden doen de nacht dat hij en zijn ouders werden opgepakt omdat ze daarmee zichzelf zouden verraden samen met de hagedissen die ze toen hadden en dan zeker gedood zouden worden. En de andere buren konden volgens haar ook niks doen omdat die joden verborgen hielden. Het verhaal eindigt met dat hij afscheid neemt van zijn buurmeisje en daarmee ook van het verleden, dan loopt hij hand in hand samen met zijn zoon verder in de optocht.

Het thema van dit boek is de schuldvraag die rijst bij de hoofdpersonen, zowel bij Anton Steenwijk als bij Cor Takes en ook bij Fake Ploeg jr. Wie heeft er nou schuld aan de oorlog en wie is er slachtoffer en wie dader? Alle drie de personen verloren dierbaren, Anton zijn broer en ouders, Cor zijn vriendin Truus en Fake zijn vader. Dus ze zijn alle drie slachtoffers, maar Cor en Fake's vader zijn ook daders. Eerst lijkt het de schuld van de Duitsers te zijn, maar later in het boek verandert dat.

Mijn mening is over het algemeen positief, want ik vond het een zeer spannend boek met een aangrijpend plot die je zeker wel aan het denken zet. Het was ook makkelijk te lezen voor mij en ik heb er zeer van genoten.

Als afluister van deze post een filmpje die gaat over dit boek. Het is namelijk de trailer voor de verfilming van dit boek, uitgebracht in 1986, die een groot succes werd. Het won zelfs een oscar voor beste buitenlandse film!